Betaalbaar product
De groep pluimveehouders is later gestart dan de kalverhouders en varkenshouders, de uitkomsten van het onderzoek zijn er nog niet. “We weten al dat bijvoorbeeld het vaker afdraaien van mest, de uitstoot kan verlagen”, zegt Van Harten. Hij verwacht dat de resultaten van de pilot ten goede komen aan de sector. “Als we verder willen, moeten we weten welk effect bepaalde maatregelen hebben”, zegt hij. Die maatregelen moeten wel haalbaar en vanuit het product betaalbaar zijn, benadrukt de pluimveehouder. “Onze kosten zijn hoger dan in het buitenland”, maakt hij zijn zorg om de prijs van eieren duidelijk. Hij vreest dat de import van buitenlandse eieren zal toenemen. “Het onderscheid mag in de winkel wel worden gemaakt. Mensen zouden zich meer bewust moeten zijn van de verschillen.”
Door de daadwerkelijke uitstoot te meten, in plaats van uit te gaan van standaard uitstootcijfers en verspreidingsmodellen, ontstaat er een beter beeld. “Je kunt wel regels en doelen stellen, maar door te meten laat je zien wat er daadwerkelijk kan. Het bedrijvenmeetnetwerk zorgt voor een realistische input”, zegt Van Harten. Het zou mooi zijn als dat ook de basis kan vormen voor vergunningverlening, kijkt hij vooruit. De pluimveehouder blijft positief, wel ziet hij uitdagingen voor de toekomst. “Alle regelgeving maakt het lastig, er is meer zekerheid nodig”, ervaart hij. “En er moet genoeg tijd zijn om investeringen te kunnen doen.”
Meten is weten
In het bedrijvenmeetnetwerk werken veehouders, Wageningen University & Research, Aeres en LTO Noord samen aan het meten van de luchtkwaliteit van uitgaande lucht vanuit de stal. Dat gebeurt in drie diergroepen: blankvleeskalveren, vleesvarkens en leghennen. Sensoren meten continu de concentraties van onder meer ammoniak en koolstofdioxide, naast de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid. Vanuit hun vakmanschap kunnen de deelnemende veehouders vervolgens aan de slag met voer-, dier-, of stalmaatregelen om emissies te verlagen.
“Als agrarische sector zijn we medeverantwoordelijk voor een schonere leefomgeving”, stelt Van Harten. “Daar lopen we niet voor weg. We willen vooruitgang boeken voor het milieu.” Vanuit de sector gebeurt er al heel veel, stelt hij voorop. “Maar het inzichtelijk maken van de luchtkwaliteit en hoe je daar zelf invloed op kunt hebben, kan zeker bijdragen.”
Het meten van luchtkwaliteit in en vanuit de stal is een van de pilots in de Proeftuin Boer aan het Roer. Veehouders die meedoen aan dit bedrijvenmeetnetwerk krijgen inzicht en dat biedt aanknopingspunten om vanuit hun vakmanschap emissies terug te dringen. Beter voor het milieu, maar ook een basis met perspectief voor de toekomst, ziet pluimveehouder Ton van Harten. “Meten is weten, dit zijn de feiten.”
Betaalbaar product
De groep pluimveehouders is later gestart dan de kalverhouders en varkenshouders, de uitkomsten van het onderzoek zijn er nog niet. “We weten al dat bijvoorbeeld het vaker afdraaien van mest, de uitstoot kan verlagen”, zegt Van Harten. Hij verwacht dat de resultaten van de pilot ten goede komen aan de sector. “Als we verder willen, moeten we weten welk effect bepaalde maatregelen hebben”, zegt hij. Die maatregelen moeten wel haalbaar en vanuit het product betaalbaar zijn, benadrukt de pluimveehouder. “Onze kosten zijn hoger dan in het buitenland”, maakt hij zijn zorg om de prijs van eieren duidelijk. Hij vreest dat de import van buitenlandse eieren zal toenemen. “Het onderscheid mag in de winkel wel worden gemaakt. Mensen zouden zich meer bewust moeten zijn van de verschillen.”
Door de daadwerkelijke uitstoot te meten, in plaats van uit te gaan van standaard uitstootcijfers en verspreidingsmodellen, ontstaat er een beter beeld. “Je kunt wel regels en doelen stellen, maar door te meten laat je zien wat er daadwerkelijk kan. Het bedrijvenmeetnetwerk zorgt voor een realistische input”, zegt Van Harten. Het zou mooi zijn als dat ook de basis kan vormen voor vergunningverlening, kijkt hij vooruit. De pluimveehouder blijft positief, wel ziet hij uitdagingen voor de toekomst. “Alle regelgeving maakt het lastig, er is meer zekerheid nodig”, ervaart hij. “En er moet genoeg tijd zijn om investeringen te kunnen doen.”
Meten is weten
In het bedrijvenmeetnetwerk werken veehouders, Wageningen University & Research, Aeres en LTO Noord samen aan het meten van de luchtkwaliteit van uitgaande lucht vanuit de stal. Dat gebeurt in drie diergroepen: blankvleeskalveren, vleesvarkens en leghennen. Sensoren meten continu de concentraties van onder meer ammoniak en koolstofdioxide, naast de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid. Vanuit hun vakmanschap kunnen de deelnemende veehouders vervolgens aan de slag met voer-, dier-, of stalmaatregelen om emissies te verlagen.
“Als agrarische sector zijn we medeverantwoordelijk voor een schonere leefomgeving”, stelt Van Harten. “Daar lopen we niet voor weg. We willen vooruitgang boeken voor het milieu.” Vanuit de sector gebeurt er al heel veel, stelt hij voorop. “Maar het inzichtelijk maken van de luchtkwaliteit en hoe je daar zelf invloed op kunt hebben, kan zeker bijdragen.”
Het meten van luchtkwaliteit in en vanuit de stal is een van de pilots in de Proeftuin Boer aan het Roer. Veehouders die meedoen aan dit bedrijvenmeetnetwerk krijgen inzicht en dat biedt aanknopingspunten om vanuit hun vakmanschap emissies terug te dringen. Beter voor het milieu, maar ook een basis met perspectief voor de toekomst, ziet pluimveehouder Ton van Harten. “Meten is weten, dit zijn de feiten.”