in een duurzaam en gezond voedselsysteem
Interview Ellen Kampman en Dick Heederik


Circulair voedselsysteem
Binnen de regiodeal is er ook geëxperimenteerd met circulair veevoer. Op dit moment is de Nederlandse veehouderij voor een groot deel afhankelijk van voer zoals soja, dat vooral van buiten Europa wordt geïmporteerd. We importeren hiermee een stikstofbron waarmee we blijven zitten; in de vorm van stikstofhoudende mest. De oplossing moet worden gezocht in een meer circulair voedselsysteem, waarbij voedsel regionaal geproduceerd wordt en de stikstofkringloop gesloten wordt. In de regiodeal werd gekeken of voedselafvalstromen geschikt zijn als veevoer. Heederik: “Varkens kregen het afval van bakkerijen te eten.
Een ander voorbeeld is kippen insecten voeren, die gekweekt zijn op voedselafval. Omdat dit soort veranderingen tot onverwachte problemen kan leiden zoals bijvoorbeeld darmproblemen en infecties, met een hoger antibioticagebruik als gevolg, veranderingen in dierwelzijn, maar ook toename van de stikstofuitstoot, worden deze veranderingen integraal op deze aspecten beoordeeld. ”Alles in de veehouderij hangt nauw met elkaar samenhangt volgens Heederik: “Als je ergens in het systeem iets verandert, kan er aan de andere kant iets misgaan. Het verduurzamen van de veehouderij is een ingewikkeld en langdurig proces.” Toch is niets doen volgens hem geen optie: “Dat maakt het in de toekomst alleen maar moelijker. Over 10 jaar is het probleem nog veel complexer en weerbarstiger dan nu.”
Duurzame productie van dierlijk eiwit
Wat gezondheid betreft hoeven dierlijke eiwitten dus niet helemaal uit de voeding te worden weggelaten. Maar voor de planeet is het wel belangrijk dat die dierlijke eiwitten zo duurzaam mogelijk worden geproduceerd. Heederik vertelt dat daar binnen de regiodeal meerdere stappen voor zijn gezet. Zo wordt de uitstoot van ammoniak bij een groep veehouderijen continu gemonitord met sensoren, terwijl de veehouders de emissie verlagen door maatregelen als het vaker reinigen van de stal of het vaker afvoeren van de mest. Heederik: “De verwachting is dat met een andere bedrijfsvoering er veel winst te behalen is, met wel tientallen procenten reductie van emissies. De betrokken boeren zijn hier enthousiast over. Dit zouden we willen opschalen.” De effecten van deze emissiereductie op de omgevings-belasting van natuurgebieden wordt nu doorgerekend.
Verhouding tussen plantaardig en dierlijk eiwit
Het merendeel van de eiwitten in onze huidige voeding is afkomstig van dierlijke voedingsmiddelen: de verhouding tussen dierlijk en plantaardig eiwit is momenteel 60:40. Volgens Kampman is deze verhouding zonder problemen voor de gezondheid om te draaien naar 40:60. Maar het is de vraag hoever het plantaardig aandeel daarna nog opgerekt kan worden, vooral bij kwetsbare groepen als mensen met een chronische ziekte en kwetsbare ouderen. Kampman: “Zij hebben het meeste risico op spierverlies en botbreuken en daardoor verlies van kwaliteit van leven. Hun behoefte aan eiwit en calcium is daarom hoog.” Binnen de regiodeal is bij ouderen onderzocht of een volledig plantaardig eetpatroon (vegan) een ander effect op de spieren heeft dan voeding met dierlijk eiwit. Kampman: “Dierlijk eiwit blijkt op korte termijn een beter effect te hebben op de spieren dan plantaardig eiwit, al zijn die verschillen op de langere termijn nog niet zichtbaar. Maar vooralsnog concluderen we dat dierlijk eiwit belangrijk blijft.”
Binnen de Regio Deal Foodvalley coördineerde Ellen Kampman het thema Voeding en gezondheid en Dick Heederik het thema Toekomstbestendige landbouw. Zonder de regiodeal hadden hun wegen elkaar waarschijnlijk nooit gekruist, maar beide thema’s blijken een belangrijk raakvlak te hebben: dierlijk eiwit. Kampman: “Bij de transitie naar een gezonder en duurzamer voedselsysteem moeten we afwegen wat gezond is voor het individu en wat gezond is voor de planeet. Duurzaam en gezond gaan niet altijd hand in hand. Een voeding met minder dierlijk eiwit kan duurzamer zijn, maar wat gezondheid betreft kunnen we niet helemaal zonder.” Vooral zuivel speelt een belangrijke rol in een gezonde voeding: “Zuivel helpt beschermen tegen hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type 2. En in de regiodeal hebben we gezien dat een voedingspatroon met zuivel, vooral de variant met een laag vetgehalte, ook gunstig is voor mensen die deze ziekten al hebben. Zuivel met een laag vetpercentage lijkt de overlevingskans van mensen met bijvoorbeeld dikkedarmkanker te vergroten.”

Ons voedselsysteem moet duurzamer en gezonder. Wat is de rol van dierlijk eiwit daarin? Daarover spraken we met twee themaleiders van de Regio Deal Foodvalley: professor Ellen Kampman, hoogleraar Voeding en Ziekte van Wageningen University & Research en professor Dick Heederik, hoogleraar One Health van de Universiteit Utrecht. Hun boodschap: in een gezonde voeding blijft plaats voor dierlijk eiwit, maar de productie ervan moet en kan duurzamer.
in een duurzaam en gezond voedselsysteem
Interview Ellen Kampman en Dick Heederik

Circulair voedselsysteem
Binnen de regiodeal is er ook geëxperimenteerd met circulair veevoer. Op dit moment is de Nederlandse veehouderij voor een groot deel afhankelijk van voer zoals soja, dat vooral van buiten Europa wordt geïmporteerd. We importeren hiermee een stikstofbron waarmee we blijven zitten; in de vorm van stikstofhoudende mest. De oplossing moet worden gezocht in een meer circulair voedselsysteem, waarbij voedsel regionaal geproduceerd wordt en de stikstofkringloop gesloten wordt. In de regiodeal werd gekeken of voedselafvalstromen geschikt zijn als veevoer. Heederik: “Varkens kregen het afval van bakkerijen te eten.
Een ander voorbeeld is kippen insecten voeren, die gekweekt zijn op voedselafval. Omdat dit soort veranderingen tot onverwachte problemen kan leiden zoals bijvoorbeeld darmproblemen en infecties, met een hoger antibioticagebruik als gevolg, veranderingen in dierwelzijn, maar ook toename van de stikstofuitstoot, worden deze veranderingen integraal op deze aspecten beoordeeld. ”Alles in de veehouderij hangt nauw met elkaar samenhangt volgens Heederik: “Als je ergens in het systeem iets verandert, kan er aan de andere kant iets misgaan. Het verduurzamen van de veehouderij is een ingewikkeld en langdurig proces.” Toch is niets doen volgens hem geen optie: “Dat maakt het in de toekomst alleen maar moelijker. Over 10 jaar is het probleem nog veel complexer en weerbarstiger dan nu.”


Duurzame productie van dierlijk eiwit
Wat gezondheid betreft hoeven dierlijke eiwitten dus niet helemaal uit de voeding te worden weggelaten. Maar voor de planeet is het wel belangrijk dat die dierlijke eiwitten zo duurzaam mogelijk worden geproduceerd. Heederik vertelt dat daar binnen de regiodeal meerdere stappen voor zijn gezet. Zo wordt de uitstoot van ammoniak bij een groep veehouderijen continu gemonitord met sensoren, terwijl de veehouders de emissie verlagen door maatregelen als het vaker reinigen van de stal of het vaker afvoeren van de mest. Heederik: “De verwachting is dat met een andere bedrijfsvoering er veel winst te behalen is, met wel tientallen procenten reductie van emissies. De betrokken boeren zijn hier enthousiast over. Dit zouden we willen opschalen.” De effecten van deze emissiereductie op de omgevings-belasting van natuurgebieden wordt nu doorgerekend.
Verhouding tussen plantaardig en dierlijk eiwit
Het merendeel van de eiwitten in onze huidige voeding is afkomstig van dierlijke voedingsmiddelen: de verhouding tussen dierlijk en plantaardig eiwit is momenteel 60:40. Volgens Kampman is deze verhouding zonder problemen voor de gezondheid om te draaien naar 40:60. Maar het is de vraag hoever het plantaardig aandeel daarna nog opgerekt kan worden, vooral bij kwetsbare groepen als mensen met een chronische ziekte en kwetsbare ouderen. Kampman: “Zij hebben het meeste risico op spierverlies en botbreuken en daardoor verlies van kwaliteit van leven. Hun behoefte aan eiwit en calcium is daarom hoog.” Binnen de regiodeal is bij ouderen onderzocht of een volledig plantaardig eetpatroon (vegan) een ander effect op de spieren heeft dan voeding met dierlijk eiwit. Kampman: “Dierlijk eiwit blijkt op korte termijn een beter effect te hebben op de spieren dan plantaardig eiwit, al zijn die verschillen op de langere termijn nog niet zichtbaar. Maar vooralsnog concluderen we dat dierlijk eiwit belangrijk blijft.”
Binnen de Regio Deal Foodvalley coördineerde Ellen Kampman het thema Voeding en gezondheid en Dick Heederik het thema Toekomstbestendige landbouw. Zonder de regiodeal hadden hun wegen elkaar waarschijnlijk nooit gekruist, maar beide thema’s blijken een belangrijk raakvlak te hebben: dierlijk eiwit. Kampman: “Bij de transitie naar een gezonder en duurzamer voedselsysteem moeten we afwegen wat gezond is voor het individu en wat gezond is voor de planeet. Duurzaam en gezond gaan niet altijd hand in hand. Een voeding met minder dierlijk eiwit kan duurzamer zijn, maar wat gezondheid betreft kunnen we niet helemaal zonder.” Vooral zuivel speelt een belangrijke rol in een gezonde voeding: “Zuivel helpt beschermen tegen hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type 2. En in de regiodeal hebben we gezien dat een voedingspatroon met zuivel, vooral de variant met een laag vetgehalte, ook gunstig is voor mensen die deze ziekten al hebben. Zuivel met een laag vetpercentage lijkt de overlevingskans van mensen met bijvoorbeeld dikkedarmkanker te vergroten.”
Ons voedselsysteem moet duurzamer en gezonder. Wat is de rol van dierlijk eiwit daarin? Daarover spraken we met twee themaleiders van de Regio Deal Foodvalley: professor Ellen Kampman, hoogleraar Voeding en Ziekte van Wageningen University & Research en professor Dick Heederik, hoogleraar One Health van de Universiteit Utrecht. Hun boodschap: in een gezonde voeding blijft plaats voor dierlijk eiwit, maar de productie ervan moet en kan duurzamer.