Samen experimenteren in Proeftuin Boer aan het Roer geeft energie
Wim Brouwer, deelnemer Proeftuin
Grotere stappen zetten
Er zijn in de Regio Deal Foodvalley veel stappen gezet, vinden Brouwer en Swenne. “Het is belangrijk dat we doorgaan”, zeggen ze. “De deelnemers aan de pilots zijn voorlopers”, realiseert Brouwer zich. Swenne beaamt dat: “Uiteindelijk heb je massa nodig. Een financieel zetje kan helpen, zoals we hebben gezien bij het doorzaaien van kruidenrijk grasland, om ondernemers met een techniek kennis te laten maken.” Daarnaast is vertrouwen nodig, benadrukt Brouwer. “Dan zijn er veel grotere stappen te maken”, voorziet hij. “Het mooie van de Proeftuin is dat bedrijven weer in hun kracht worden gezet.”
Andrea Swenne, Waterschap Vallei en Veluwe
Met elkaar aan de slag
Van elkaar leren speelt ook een belangrijke rol in de bodemcursussen en pilots bodem en waterkwaliteit, toont Andrea Swenne, vanuit Waterschap Vallei en Veluwe betrokken bij de pilots. “Het samenbrengen van kennis was vanaf de start de insteek”, zegt Swenne. Waterschap, LTO, agrarisch ondernemers en kennisinstellingen werken samen in de pilots, waarin kennis en ervaring is opgedaan met verschillende maatregelen om bodem- en waterkwaliteit te verbeteren. Zo is er onder meer geëxperimenteerd met mestverbetering en het doorzaaien van kruidenrijk grasland zonder kerende grondbewerking. “De pilots zijn heel praktisch opgezet”, vertelt Swenne. “Ondernemers konden zelf ideeën aandragen. Met elkaar zijn we aan de slag gegaan, soms gewoon door letterlijk de schop in de grond te steken.”
Voor ondernemers leveren de pilots praktische resultaten op, zegt Swenne, die aangeeft dat de werkwijze ook navolging krijgt in andere gebieden van het waterschap. “De winst is ook dat er meer besef is van het belang van een gezonde bodem.” Dat is een gedeeld belang, benadrukt ze. “De bodem is een voorraadvat van water. Maar een veerkrachtig bodemsysteem leidt ook tot meer biodiversiteit en een hogere opbrengst voor ondernemers.” Breder kijken naar dat gedeelde belang, leidt tot verbinding, ervaart Swenne. “Het waterschap gaat niet over de bodem en we weten ook niet alles. Door je kwetsbaar op te stellen, kun je als samenwerkende partijen echt naast elkaar gaan staan.”
Zelf aan de knoppen
Veehouders kunnen met uiteenlopende maatregelen invloed uitoefenen op de uitstoot. De deelnemers aan het bedrijvenmeetnetwerk gaan daar tijdens het tweede jaar, het interventiejaar, mee aan de slag. “Door het koelen van inkomende lucht in de stal, tijdens de warme zomermaanden, verwachten we emissies te kunnen verlagen”, geeft Brouwer als voorbeeld. Aanpassingen in het voer of in de behandeling van mest zijn andere mogelijke maatregelen. “Het gaat er in deze pilot om dat ondernemers zelf aan de knoppen zitten om de uitstoot terug te brengen.”
De resultaten van het onderzoek komen na afloop ten goede aan andere veehouders. “Dat biedt niet meteen in elke situatie een oplossing”, zegt Brouwer. “Je krijgt door te meten wel een eerlijker verhaal als het om uitstoot gaat. Dan wordt het ook mogelijk om af te stappen van aannames en standaarden, die nu de basis vormen voor vergunningverlening.” Daarvoor moet eerst nog meer onderzoek worden gedaan, benadrukt Brouwer. “Verdieping van het onderzoek is nodig. Er zijn veel factoren van invloed. Het gaat er uiteindelijk om de emissies terug te brengen.” De pilot wordt met veel belangstelling gevolgd door het Rijk, weet Brouwer die onlangs minister Femke Wiersma (LVVN) op zijn bedrijf rondleidde. “De manier waarop we elkaar als agrarisch ondernemers, overheid en wetenschap hier in de regio weten te vinden, is echt bijzonder. Dat geeft energie.”
Wim Brouwer, kalverhouder in Barneveld en voorzitter van LTO Noord Gelderse Vallei, neemt deel aan de pilot bedrijvenmeetnetwerk, waarin bij drie verschillende diergroepen luchtkwaliteit en emissies uit de stal worden gemeten. Door inzicht in de meetgegevens kunnen veehouders zien welke maatregelen in de bedrijfsvoering effect hebben op de uitstoot. Brouwer is een van de acht deelnemende kalverhouders. “Als ondernemer wil ik zelf grip krijgen op het verlagen van emissies”, motiveert hij zijn deelname. In het eerste jaar, het basisjaar, zijn emissies gemeten en onderling vergeleken. “Er bleek tussen de bedrijven wel een factor drie verschil te zijn”, zegt Brouwer. “Dan vraag je je af wat je anders doet dan een andere kalverhouder. Dat zit soms in kleine dingen, die we van elkaar niet weten. De meetgegevens hopen we later samen te bespreken, maar door met elkaar over onze bedrijfsvoering te praten, leren we al tijdens het onderzoek van elkaar.”
In de Proeftuin Boer aan het Roer van Regio Deal Foodvalley werken ondernemers, overheden en kennisinstellingen in de regio samen aan innovaties voor een toekomstbestendige landbouw. Niet achter de tekentafel, maar op het boerenbedrijf. Het is dé manier om stappen te maken in de ontwikkeling naar schonere lucht en een betere bodem, hebben Wim Brouwer en Andrea Swenne in de Proeftuin ervaren. Kennis wordt gedeeld en ondernemers kunnen meteen met innovaties aan de slag. “Samen leren en experimenteren in de praktijk geeft energie.”
Samen experimenteren in Proeftuin Boer aan het Roer geeft energie
Grotere stappen zetten
Er zijn in de Regio Deal Foodvalley veel stappen gezet, vinden Brouwer en Swenne. “Het is belangrijk dat we doorgaan”, zeggen ze. “De deelnemers aan de pilots zijn voorlopers”, realiseert Brouwer zich. Swenne beaamt dat: “Uiteindelijk heb je massa nodig. Een financieel zetje kan helpen, zoals we hebben gezien bij het doorzaaien van kruidenrijk grasland, om ondernemers met een techniek kennis te laten maken.” Daarnaast is vertrouwen nodig, benadrukt Brouwer. “Dan zijn er veel grotere stappen te maken”, voorziet hij. “Het mooie van de Proeftuin is dat bedrijven weer in hun kracht worden gezet.”
Met elkaar aan de slag
Wim Brouwer, deelnemer Proeftuin
Van elkaar leren speelt ook een belangrijke rol in de bodemcursussen en pilots bodem en waterkwaliteit, toont Andrea Swenne, vanuit Waterschap Vallei en Veluwe betrokken bij de pilots. “Het samenbrengen van kennis was vanaf de start de insteek”, zegt Swenne. Waterschap, LTO, agrarisch ondernemers en kennisinstellingen werken samen in de pilots, waarin kennis en ervaring is opgedaan met verschillende maatregelen om bodem- en waterkwaliteit te verbeteren. Zo is er onder meer geëxperimenteerd met mestverbetering en het doorzaaien van kruidenrijk grasland zonder kerende grondbewerking. “De pilots zijn heel praktisch opgezet”, vertelt Swenne. “Ondernemers konden zelf ideeën aandragen. Met elkaar zijn we aan de slag gegaan, soms gewoon door letterlijk de schop in de grond te steken.”
Voor ondernemers leveren de pilots praktische resultaten op, zegt Swenne, die aangeeft dat de werkwijze ook navolging krijgt in andere gebieden van het waterschap. “De winst is ook dat er meer besef is van het belang van een gezonde bodem.” Dat is een gedeeld belang, benadrukt ze. “De bodem is een voorraadvat van water. Maar een veerkrachtig bodemsysteem leidt ook tot meer biodiversiteit en een hogere opbrengst voor ondernemers.” Breder kijken naar dat gedeelde belang, leidt tot verbinding, ervaart Swenne. “Het waterschap gaat niet over de bodem en we weten ook niet alles. Door je kwetsbaar op te stellen, kun je als samenwerkende partijen echt naast elkaar gaan staan.”
Zelf aan de knoppen
Veehouders kunnen met uiteenlopende maatregelen invloed uitoefenen op de uitstoot. De deelnemers aan het bedrijvenmeetnetwerk gaan daar tijdens het tweede jaar, het interventiejaar, mee aan de slag. “Door het koelen van inkomende lucht in de stal, tijdens de warme zomermaanden, verwachten we emissies te kunnen verlagen”, geeft Brouwer als voorbeeld. Aanpassingen in het voer of in de behandeling van mest zijn andere mogelijke maatregelen. “Het gaat er in deze pilot om dat ondernemers zelf aan de knoppen zitten om de uitstoot terug te brengen.”
De resultaten van het onderzoek komen na afloop ten goede aan andere veehouders. “Dat biedt niet meteen in elke situatie een oplossing”, zegt Brouwer. “Je krijgt door te meten wel een eerlijker verhaal als het om uitstoot gaat. Dan wordt het ook mogelijk om af te stappen van aannames en standaarden, die nu de basis vormen voor vergunningverlening.” Daarvoor moet eerst nog meer onderzoek worden gedaan, benadrukt Brouwer. “Verdieping van het onderzoek is nodig. Er zijn veel factoren van invloed. Het gaat er uiteindelijk om de emissies terug te brengen.” De pilot wordt met veel belangstelling gevolgd door het Rijk, weet Brouwer die onlangs minister Femke Wiersma (LVVN) op zijn bedrijf rondleidde. “De manier waarop we elkaar als agrarisch ondernemers, overheid en wetenschap hier in de regio weten te vinden, is echt bijzonder. Dat geeft energie.”
Andrea Swenne, Waterschap Vallei en Veluwe
Wim Brouwer, kalverhouder in Barneveld en voorzitter van LTO Noord Gelderse Vallei, neemt deel aan de pilot bedrijvenmeetnetwerk, waarin bij drie verschillende diergroepen luchtkwaliteit en emissies uit de stal worden gemeten. Door inzicht in de meetgegevens kunnen veehouders zien welke maatregelen in de bedrijfsvoering effect hebben op de uitstoot. Brouwer is een van de acht deelnemende kalverhouders. “Als ondernemer wil ik zelf grip krijgen op het verlagen van emissies”, motiveert hij zijn deelname. In het eerste jaar, het basisjaar, zijn emissies gemeten en onderling vergeleken. “Er bleek tussen de bedrijven wel een factor drie verschil te zijn”, zegt Brouwer. “Dan vraag je je af wat je anders doet dan een andere kalverhouder. Dat zit soms in kleine dingen, die we van elkaar niet weten. De meetgegevens hopen we later samen te bespreken, maar door met elkaar over onze bedrijfsvoering te praten, leren we al tijdens het onderzoek van elkaar.”
In de Proeftuin Boer aan het Roer van Regio Deal Foodvalley werken ondernemers, overheden en kennisinstellingen in de regio samen aan innovaties voor een toekomstbestendige landbouw. Niet achter de tekentafel, maar op het boerenbedrijf. Het is dé manier om stappen te maken in de ontwikkeling naar schonere lucht en een betere bodem, hebben Wim Brouwer en Andrea Swenne in de Proeftuin ervaren. Kennis wordt gedeeld en ondernemers kunnen meteen met innovaties aan de slag. “Samen leren en experimenteren in de praktijk geeft energie.”