met circulair veevoer
Aansluiten bij praktijk
“We willen veehouders graag meenemen in ons verhaal. Dan is aansluiten bij de praktijk heel belangrijk”, weet Lambrechts. Onderzoek zoals deze pilot binnen Regio Deal Foodvalley, zorgt voor meer draagvlak in de sector, merkt hij. “Betrokkenheid van LTO en de universiteiten van Wageningen en Utrecht bij de pilot maakt dat we op een gecontroleerde manier onderzoek kunnen doen. Daar voelt de veehouder zich ook comfortabel bij.”
Grassa verwacht volgend jaar verder te kunnen groeien. “Schaalvergroting zorgt ervoor dat we aansluiten bij de praktijk en grondstoffen met zekerheid kunnen leveren.” Het doel is uiteindelijk om veel efficiënter om te gaan met grasland.
“We benutten eiwit dat nu al geteeld wordt beter, zonder extra ruimte te gebruiken. Hiermee verduurzamen we de hele keten van gras tot voedsel. Die puzzel proberen we te leggen.”
Gras om te kauwen
In de Pilot ‘Gras om op te kauwen’ kreeg Grassa de kans om op een geitenhouderij in Lunteren het circulaire voer te testen. “Geiten zijn kieskeuriger dan koeien”, legt Lambrechts uit. Tijdens de proef is gekeken naar de acceptatie van het voer door de geiten en vervolgens naar het effect op de melkproductie. “We hebben het product in kleine stapjes geïntroduceerd en dat verliep heel goed. En er is geen negatief effect op de melkproductie of gezondheid, dus het voer is prima in te zetten”, vat Lambrechts de conclusie samen.
Grassa heeft een methode ontwikkeld om eiwit te winnen uit gras en andere groene bladmaterialen. Door vers gras uiteen te rafelen en uit te persen, wordt eiwit gewonnen dat als vervanger van geïmporteerde soja kan dienen. De grasvezel die overblijft, behoudt juist die eiwitten en vezels die herkauwers beter kunnen verteren. Dat zorgt voor aanzienlijk minder uitstoot van fosfaat en ammoniak. “Er is geen restproduct”, toont Lambrechts de circulariteit. “Alles wordt gebruikt. Zo ontstaat ook een aanvullend verdienmodel voor melkveehouders.”
In de Proeftuin Boer aan het Roer is een proef gedaan met het voeren van ontsloten grasvezelkuil aan geiten. Het circulaire voerconcept, ontwikkeld door Grassa, draagt op meerdere fronten bij aan een toekomstbestendige landbouw. “We kunnen de rijkdom van gras veel beter benutten”, zegt Bob Lambrechts, productontwikkelaar bij Grassa.
met circulair veevoer
Aansluiten bij praktijk
“We willen veehouders graag meenemen in ons verhaal. Dan is aansluiten bij de praktijk heel belangrijk”, weet Lambrechts. Onderzoek zoals deze pilot binnen Regio Deal Foodvalley, zorgt voor meer draagvlak in de sector, merkt hij. “Betrokkenheid van LTO en de universiteiten van Wageningen en Utrecht bij de pilot maakt dat we op een gecontroleerde manier onderzoek kunnen doen. Daar voelt de veehouder zich ook comfortabel bij.”
Grassa verwacht volgend jaar verder te kunnen groeien. “Schaalvergroting zorgt ervoor dat we aansluiten bij de praktijk en grondstoffen met zekerheid kunnen leveren.” Het doel is uiteindelijk om veel efficiënter om te gaan met grasland.
“We benutten eiwit dat nu al geteeld wordt beter, zonder extra ruimte te gebruiken. Hiermee verduurzamen we de hele keten van gras tot voedsel. Die puzzel proberen we te leggen.”
Gras om te kauwen
In de Pilot ‘Gras om op te kauwen’ kreeg Grassa de kans om op een geitenhouderij in Lunteren het circulaire voer te testen. “Geiten zijn kieskeuriger dan koeien”, legt Lambrechts uit. Tijdens de proef is gekeken naar de acceptatie van het voer door de geiten en vervolgens naar het effect op de melkproductie. “We hebben het product in kleine stapjes geïntroduceerd en dat verliep heel goed. En er is geen negatief effect op de melkproductie of gezondheid, dus het voer is prima in te zetten”, vat Lambrechts de conclusie samen.
Grassa heeft een methode ontwikkeld om eiwit te winnen uit gras en andere groene bladmaterialen. Door vers gras uiteen te rafelen en uit te persen, wordt eiwit gewonnen dat als vervanger van geïmporteerde soja kan dienen. De grasvezel die overblijft, behoudt juist die eiwitten en vezels die herkauwers beter kunnen verteren. Dat zorgt voor aanzienlijk minder uitstoot van fosfaat en ammoniak. “Er is geen restproduct”, toont Lambrechts de circulariteit. “Alles wordt gebruikt. Zo ontstaat ook een aanvullend verdienmodel voor melkveehouders.”
In de Proeftuin Boer aan het Roer is een proef gedaan met het voeren van ontsloten grasvezelkuil aan geiten. Het circulaire voerconcept, ontwikkeld door Grassa, draagt op meerdere fronten bij aan een toekomstbestendige landbouw. “We kunnen de rijkdom van gras veel beter benutten”, zegt Bob Lambrechts, productontwikkelaar bij Grassa.