Apparaten en faciliteiten delen levert nog meer innovatie op
15

Guido Laman en Anne Mensink over innoveren in het voedseldomein

Innovatie

Het is zelfs zo dat een aantal partijen speciaal voor deze gedeelde infrastructuur naar de regio zijn gekomen, zien Mensink en Laman. “Dat is wel logisch, in de foodsector is het moeilijk om voldoende financiële middelen op te halen. Innoveren in het voedseldomein is duur en de marges zijn klein”, zegt Laman. “Dus de noodzaak om de kosten omlaag te brengen is hoog.” Dat veel gebruikers en aanbieders in de regio zitten, maakt fysiek contact ook makkelijker. En uit overleggen groeien vaak weer nieuwe plannen. Zo is dus met hulp van de Regio Deal Foodvalley een bloeiend ecosysteem voor innovatie in de foodsector ontstaan. “Dat is een basis waar we verder op kunnen bouwen”, zegt Mensink. “We willen de informatie op de website uitbreiden en de zoekmachine verder verbeteren. Maar de financiering van apparaten zal anders verlopen nu
de huidige subsidie gaat eindigen. Dat is een uitdaging, want apparatuur wordt in de toekomst alleen maar geavanceerder en specialistischer – en dus duurder.”

Succes

De initiatieven zijn heel succesvol. Mensink: “In 2023 hebben 65 verschillende partijen gebruik van gemaakt van de gedeelde onderzoeksapparatuur. Over de jaren heen hebben zo’n 150 organisaties gebruik gemaakt van deze apparatuur, van starters tot grote bedrijven en kennisinstellingen. De gemiddelde bezettingsgraad van geavanceerde apparaten is zo’n 60 tot 70 procent. Dat is heel hoog voor dit soort apparatuur.” Voor de gedeelde proeffaciliteiten hebben vorig jaar zo’n 400 partijen de organisatie actief benaderd, legt Laman uit. “En nog heel veel doen dat automatisch via het platform. Naar de mkb-vouchers is zo veel vraag dat we het project verlengen tot en met 2026.” 

Vouchers

Voor het gebruik van gedeelde proeffaciliteiten kunnen gebruikers telefonisch of via het online platform Foodleap snel meer dan 140 faciliteiten in Nederland en daarbuiten vinden en contact opnemen met desbetreffende faciliteit. “Wij brengen dan vraag en aanbod bij elkaar, zodat partijen kunnen onderhandelen over bijvoorbeeld hoe lang, wanneer en onder welke voorwaarden”, legt Laman uit. “Daarnaast kunnen bedrijven in het mkb gebruik maken van vouchers. Want voor veel start-ups en scale-ups is ook een gedeelde faciliteit erg duur. Zelfs binnen bedrijven is innovatie heel duur. Met de mkb-vouchers hopen we ze over de drempel
te helpen.”

Anne Mensink is vanuit Wageningen University & Research (WUR) verantwoordelijk voor de uitvoering van het fonds gedeelde onderzoeksapparatuur, Guido Laman vanuit Foodvalley NL voor gedeelde proeffaciliteiten. Nergens in Nederland gebeurt dit zo. Mensink: “Bij ons gaat het vooral om dure, geavanceerde apparatuur als massaspectrometers, elektronenmicroscopen, MRI of röntgenapparatuur, maar ook om drones, geavanceerde camera’s of hele krachtige (high performance) computers. De apparatuur kan bij WUR geplaatst worden, maar ook bij bedrijven of andere organisaties als dit de hoofdgebruikers zijn. Zo is er een MRI-apparaat bij Ziekenhuis Gelderse Vallei geplaatst en heeft genomics-apparatuur lang bij Keygene gestaan.
”Via een website is te zien welke apparaten zijn opengesteld voor gedeeld gebruik. Een gebruiker neemt contact op met de beheerder en samen kijken ze wat er nodig is. Misschien wat uitleg, misschien wat training, mogelijk voert iemand anders als operator de werkzaamheden uit. Het lijkt
allemaal simpel, maar er zit een enorme organisatie achter. Die verzorgt WUR.

Innoveren in het voedseldomein kan riskant zijn. De marges zijn laag, de regelgeving is streng en de kosten zijn hoog. Zelfs voor de grote multinationals is productinnovatie een dure en risicovolle aangelegenheid. Laat staan voor een start-up of het mkb. Dat is waarom er vanuit Regio Deal Foodvalley geïnvesteerd is in gedeelde onderzoeksapparatuur en gedeelde proeffaciliteiten. Het voordeel van gezamenlijk gebruik is dat er nieuwe samenwerkingen ontstaan en dus kennissynergie, zeggen Anne Mensink en Guido Laman. “De meerwaarde zit niet alleen in het delen van de kosten, maar vooral in de interactie die er tussen verschillende organisaties ontstaat.”

Apparaten en faciliteiten delen levert nog meer innovatie op
15

Guido Laman en Anne Mensink over innoveren in het voedseldomein

Innovatie

Het is zelfs zo dat een aantal partijen speciaal voor deze gedeelde infrastructuur naar de regio zijn gekomen, zien Mensink en Laman. “Dat is wel logisch, in de foodsector is het moeilijk om voldoende financiële middelen op te halen. Innoveren in het voedseldomein is duur en de marges zijn klein”, zegt Laman. “Dus de noodzaak om de kosten omlaag te brengen is hoog.” Dat veel gebruikers en aanbieders in de regio zitten, maakt fysiek contact ook makkelijker. En uit overleggen groeien vaak weer nieuwe plannen. Zo is dus met hulp van de Regio Deal Foodvalley een bloeiend ecosysteem voor innovatie in de foodsector ontstaan. “Dat is een basis waar we verder op kunnen bouwen”, zegt Mensink. “We willen de informatie op de website uitbreiden en de zoekmachine verder verbeteren. Maar de financiering van apparaten zal anders verlopen nu
de huidige subsidie gaat eindigen. Dat is een uitdaging, want apparatuur wordt in de toekomst alleen maar geavanceerder en specialistischer – en dus duurder.”

Succes

De initiatieven zijn heel succesvol. Mensink: “In 2023 hebben 65 verschillende partijen gebruik van gemaakt van de gedeelde onderzoeksapparatuur. Over de jaren heen hebben zo’n 150 organisaties gebruik gemaakt van deze apparatuur, van starters tot grote bedrijven en kennisinstellingen. De gemiddelde bezettingsgraad van geavanceerde apparaten is zo’n 60 tot 70 procent. Dat is heel hoog voor dit soort apparatuur.” Voor de gedeelde proeffaciliteiten hebben vorig jaar zo’n 400 partijen de organisatie actief benaderd, legt Laman uit. “En nog heel veel doen dat automatisch via het platform. Naar de mkb-vouchers is zo veel vraag dat we het project verlengen tot en met 2026.” 

Vouchers

Voor het gebruik van gedeelde proeffaciliteiten kunnen gebruikers telefonisch of via het online platform Foodleap snel meer dan 140 faciliteiten in Nederland en daarbuiten vinden en contact opnemen met desbetreffende faciliteit. “Wij brengen dan vraag en aanbod bij elkaar, zodat partijen kunnen onderhandelen over bijvoorbeeld hoe lang, wanneer en onder welke voorwaarden”, legt Laman uit. “Daarnaast kunnen bedrijven in het mkb gebruik maken van vouchers. Want voor veel start-ups en scale-ups is ook een gedeelde faciliteit erg duur. Zelfs binnen bedrijven is innovatie heel duur. Met de mkb-vouchers hopen we ze over de drempel
te helpen.”

Anne Mensink is vanuit Wageningen University & Research (WUR) verantwoordelijk voor de uitvoering van het fonds gedeelde onderzoeksapparatuur, Guido Laman vanuit Foodvalley NL voor gedeelde proeffaciliteiten. Nergens in Nederland gebeurt dit zo. Mensink: “Bij ons gaat het vooral om dure, geavanceerde apparatuur als massaspectrometers, elektronenmicroscopen, MRI of röntgenapparatuur, maar ook om drones, geavanceerde camera’s of hele krachtige (high performance) computers. De apparatuur kan bij WUR geplaatst worden, maar ook bij bedrijven of andere organisaties als dit de hoofdgebruikers zijn. Zo is er een MRI-apparaat bij Ziekenhuis Gelderse Vallei geplaatst en heeft genomics-apparatuur lang bij Keygene gestaan. ”Via een website is te zien welke apparaten zijn opengesteld voor gedeeld gebruik. Een gebruiker neemt contact op met de beheerder en samen kijken ze wat er nodig is. Misschien wat uitleg, misschien wat training, mogelijk voert iemand anders als operator de werkzaamheden uit. Het lijkt allemaal simpel, maar er zit een enorme organisatie achter. Die verzorgt WUR.

Innoveren in het voedseldomein kan riskant zijn. De marges zijn laag, de regelgeving is streng en de kosten zijn hoog. Zelfs voor de grote multinationals is productinnovatie een dure en risicovolle aangelegenheid. Laat staan voor een start-up of het mkb. Dat is waarom er vanuit Regio Deal Foodvalley geïnvesteerd is in gedeelde onderzoeksapparatuur en gedeelde proeffaciliteiten. Het voordeel van gezamenlijk gebruik is dat er nieuwe samenwerkingen ontstaan en dus kennissynergie, zeggen Anne Mensink en Guido Laman. “De meerwaarde zit niet alleen in het delen van de kosten, maar vooral in de interactie die er tussen verschillende organisaties ontstaat.”