‘Zó ontstaat er beweging’
07

Samen op weg naar een toekomstbestendige landbouw

Sterke regio

“Het boerenbedrijf moet een financieel gezonde onderneming blijven”, benadrukt Wassenaar. “Er is perspectief voor de lange termijn nodig.” Samenwerking en wederzijds begrip zijn daarvoor essentieel, zo stelt hij. “Agrariërs hebben te maken met een weerbarstige praktijk. Dat vraagt om begrip voor keuzes die soms gemaakt moeten worden.” Anderzijds weten veel boeren niet waar ambtenaren zich voor inzetten. “Het helpt als je bij elkaar langskomt”, zegt Wassenaar. “Wil je een sterke regio, dan moeten we van elkaar weten waar we mee bezig zijn.”

Krachtiger inzetten op samenwerking is volgens Wassenaar de manier om verder te komen. “Een pilotgroep hebben we wel, maar het is nu zaak om de cirkel groter te maken.” Vakmanschap en technologie combineren, zou uiteindelijk staand beleid moeten worden, vindt Van der Schans.“Daar is tijd voor nodig”, weet hij. “Maar ook vertrouwen én een beetje plezier. Samen doorgaan dus, want er is nog heel veel te doen.”

Eerlijk gesprek

Dat boeren zelf aan het roer staan in de ontwikkeling
van innovaties en nieuwe concepten, is belangrijk,
zegt Wassenaar. “We willen een goede opbrengst, goed omgaan met bodem en water en bijdragen aan een mooi landschap.” Maar de discussie − over stikstof, klimaat of waterkwaliteit − gaat vaak hoog over en op afstand van het boerenbedrijf, merkt Van der Schans. “De praktijk raakt uit het oog. Er wordt nu voorgeschreven wat een boer wel en niet mag. We kunnen beter bij onze ‘leest’ blijven: De overheid zou op doelen moeten sturen, de boeren op de maatregelen.” Meten van lucht- of waterkwaliteit, waarmee in de Proeftuin wordt geëxperimenteerd, laat zien hoe dat in de praktijk werkt. “Wat is de relatie van het bedrijf met de gemeten kwaliteit en welke instrumenten heb je als ondernemer om er wat aan te doen?”, vat hij het samen. “Zo ontstaat er een eerlijk gesprek.”

Hoe de toekomst van de landbouw er ook uit zal zien, veel boeren zullen de komende tijd gebruikmaken van de regeling om te kunnen stoppen met hun onderneming, weet Van der Schans. “Het is belangrijk dat we in de regio genoeg boerenbedrijven overhouden”, benadrukt hij. Nieuwe verdienmodellen, ook uit de Proeftuin, laten zien waar kansen liggen. “Uit de korte keten is nog veel meer te halen”, noemt Van der Schans als voorbeeld.

Wat er wél kan

Wassenaar heeft aan verschillende pilots in de Proeftuin Boer aan het Roer van de Regio Deal Foodvalley deelgenomen. “Kennis, vakmanschap, de overheid, alles komt bij elkaar. Het zijn projecten die we echt samendoen”, heeft hij ervaren. Van der Schans: “Door uit te gaan van wat er wél kan, hebben we hier nu mooie voorbeelden. Je bouwt het op door dingen uit te proberen. Dat kan in deze regio ook omdat we hier al die verschillende agrarische bedrijfstakken hebben.” Daarmee zijn de experimenten als bouwstenen voor de toekomst voor heel Nederland van belang, zeggen Wassenaar en Van der Schans.

In de Proeftuin wordt veel praktische kennis opgedaan, maar de samenwerking tussen de agrarische sector, kennisinstellingen en de overheid, willen Wassenaar en Van der Schans ook echt als resultaat van de Regio Deal Foodvalley benoemen. “Er zijn altijd verbeterpunten, maar we weten elkaar beter te vinden”, zegt Wassenaar. “Grote opgaves van de overheid, ideeën vanuit de boeren zelf en de laatste inzichten vanuit kennisinstellingen komen in de Proeftuin samen. Je hoeft het niet altijd eens te zijn, het gaat om het grote doel. Als je dat voor ogen hebt, ontstaat er beweging.”

“De regio heet niet voor niets Foodvalley, daar horen sterke agrarische bedrijven bij”, stelt Niels Wassenaar, melkveehouder in Leusden en vicevoorzitter van LTO Noord Gelderse Vallei. “Veel bedrijven zijn hier al generaties lang gevestigd. Dat betekent veel voor de vitaliteit van de dorpen”, bekijkt hij het breder dan het economisch belang. “Zo is de agrarische sector betrokken bij allerlei activiteiten en evenementen die voor samenhang zorgen tussen mensen en bedrijven in de regio.”

Jan Pieter van der Schans onderschrijft de belangrijke rol die de agrarische sector in de regio speelt. “We eten ervan én het is deel van onze identiteit”, zegt de wethouder gemeente Ede. “Landbouw, wonen en natuur komen in deze regio samen. Hoe gaat dat op een goede manier? Het is als overheid onze verantwoordelijkheid om met die toekomst bezig te zijn”, vindt hij. Dat kan niet zonder samenwerking met de agrarische sector. “Het is harder nodig dan ooit om daar energie in te steken.”

Jan Pieter van der Schans, wethouder Ede

Niels Wassenaar, melkveehouder

Een toekomstbestendig landelijk gebied kan niet zonder agrarische bedrijven. Ze maken deel uit van de economische en de sociale structuur van de regio en bieden een proeftuin voor innovaties en nieuwe verdienmodellen. Hoe zorg je ervoor dat de agrarische sector toekomst heeft? Niels Wassenaar en Jan Pieter van der Schans laten zien hoe bedrijven, overheden en kennisinstellingen in de Regio Deal Foodvalley samen toewerken naar een nieuwe balans tussen voedselvoorziening, natuur en een gezonde leefomgeving. “In de Regio Deal Foodvalley leren we van elkaar én maken we grote vraagstukken behapbaar.”

‘Zó ontstaat er beweging’
07

Samen op weg naar een toekomstbestendige landbouw

‘Zó ontstaat er beweging’
07

Samen op weg naar een toekomstbestendige landbouw

Sterke regio

“Het boerenbedrijf moet een financieel gezonde onderneming blijven”, benadrukt Wassenaar. “Er is perspectief voor de lange termijn nodig.” Samenwerking en wederzijds begrip zijn daarvoor essentieel, zo stelt hij. “Agrariërs hebben te maken met een weerbarstige praktijk. Dat vraagt om begrip voor keuzes die soms gemaakt moeten worden.” Anderzijds weten veel boeren niet waar ambtenaren zich voor inzetten. “Het helpt als je bij elkaar langskomt”, zegt Wassenaar. “Wil je een sterke regio, dan moeten we van elkaar weten waar we mee bezig zijn.”

Krachtiger inzetten op samenwerking is volgens Wassenaar de manier om verder te komen. “Een pilotgroep hebben we wel, maar het is nu zaak om de cirkel groter te maken.” Vakmanschap en technologie combineren, zou uiteindelijk staand beleid moeten worden, vindt Van der Schans.“Daar is tijd voor nodig”, weet hij. “Maar ook vertrouwen én een beetje plezier. Samen doorgaan dus, want er is nog heel veel te doen.”

Jan Pieter van der Schans, wethouder Ede

Eerlijk gesprek

Dat boeren zelf aan het roer staan in de ontwikkeling
van innovaties en nieuwe concepten, is belangrijk,
zegt Wassenaar. “We willen een goede opbrengst, goed omgaan met bodem en water en bijdragen aan een mooi landschap.” Maar de discussie − over stikstof, klimaat of waterkwaliteit − gaat vaak hoog over en op afstand van het boerenbedrijf, merkt Van der Schans. “De praktijk raakt uit het oog. Er wordt nu voorgeschreven wat een boer wel en niet mag. We kunnen beter bij onze ‘leest’ blijven: De overheid zou op doelen moeten sturen, de boeren op de maatregelen.” Meten van lucht- of waterkwaliteit, waarmee in de Proeftuin wordt geëxperimenteerd, laat zien hoe dat in de praktijk werkt. “Wat is de relatie van het bedrijf met de gemeten kwaliteit en welke instrumenten heb je als ondernemer om er wat aan te doen?”, vat hij het samen. “Zo ontstaat er een eerlijk gesprek.”

Hoe de toekomst van de landbouw er ook uit zal zien, veel boeren zullen de komende tijd gebruikmaken van de regeling om te kunnen stoppen met hun onderneming, weet Van der Schans. “Het is belangrijk dat we in de regio genoeg boerenbedrijven overhouden”, benadrukt hij. Nieuwe verdienmodellen, ook uit de Proeftuin, laten zien waar kansen liggen. “Uit de korte keten is nog veel meer te halen”, noemt Van der Schans als voorbeeld.

Niels Wassenaar, melkveehouder

Wat er wél kan

Wassenaar heeft aan verschillende pilots in de Proeftuin Boer aan het Roer van de Regio Deal Foodvalley deelgenomen. “Kennis, vakmanschap, de overheid, alles komt bij elkaar. Het zijn projecten die we echt samendoen”, heeft hij ervaren. Van der Schans: “Door uit te gaan van wat er wél kan, hebben we hier nu mooie voorbeelden. Je bouwt het op door dingen uit te proberen. Dat kan in deze regio ook omdat we hier al die verschillende agrarische bedrijfstakken hebben.” Daarmee zijn de experimenten als bouwstenen voor de toekomst voor heel Nederland van belang, zeggen Wassenaar en Van der Schans.

In de Proeftuin wordt veel praktische kennis opgedaan, maar de samenwerking tussen de agrarische sector, kennisinstellingen en de overheid, willen Wassenaar en Van der Schans ook echt als resultaat van de Regio Deal Foodvalley benoemen. “Er zijn altijd verbeterpunten, maar we weten elkaar beter te vinden”, zegt Wassenaar. “Grote opgaves van de overheid, ideeën vanuit de boeren zelf en de laatste inzichten vanuit kennisinstellingen komen in de Proeftuin samen. Je hoeft het niet altijd eens te zijn, het gaat om het grote doel. Als je dat voor ogen hebt, ontstaat er beweging.”

“De regio heet niet voor niets Foodvalley, daar horen sterke agrarische bedrijven bij”, stelt Niels Wassenaar, melkveehouder in Leusden en vicevoorzitter van LTO Noord Gelderse Vallei. “Veel bedrijven zijn hier al generaties lang gevestigd. Dat betekent veel voor de vitaliteit van de dorpen”, bekijkt hij het breder dan het economisch belang. “Zo is de agrarische sector betrokken bij allerlei activiteiten en evenementen die voor samenhang zorgen tussen mensen en bedrijven in de regio.”

Jan Pieter van der Schans onderschrijft de belangrijke rol die de agrarische sector in de regio speelt. “We eten ervan én het is deel van onze identiteit”, zegt de wethouder gemeente Ede. “Landbouw, wonen en natuur komen in deze regio samen. Hoe gaat dat op een goede manier? Het is als overheid onze verantwoordelijkheid om met die toekomst bezig te zijn”, vindt hij. Dat kan niet zonder samenwerking met de agrarische sector. “Het is harder nodig dan ooit om daar energie in te steken.”

Een toekomstbestendig landelijk gebied kan niet zonder agrarische bedrijven. Ze maken deel uit van de economische en de sociale structuur van de regio en bieden een proeftuin voor innovaties en nieuwe verdienmodellen. Hoe zorg je ervoor dat de agrarische sector toekomst heeft? Niels Wassenaar en Jan Pieter van der Schans laten zien hoe bedrijven, overheden en kennisinstellingen in de Regio Deal Foodvalley samen toewerken naar een nieuwe balans tussen voedselvoorziening, natuur en een gezonde leefomgeving. “In de Regio Deal Foodvalley leren we van elkaar én maken we grote vraagstukken behapbaar.”