‘Samen kunnen we grote problemen oplossen’
05

Kennisinstellingen en agrariërs werken samen aan toekomstbestendige landbouw

Dick Koorn, LTO Noord

Samenwerking 1+1=3

Het doel van de Regio Deal Foodvalley is versnelling van de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem. Voor transities zijn ook nieuwe samenwerkingen en coalities nodig. Aan de hand van twee dubbelportretten illustreren we dat 1 + 1 inderdaad 3 kan zijn. Lees naast de samenwerking tussen LTO Noord  en kennisinstellingen in dit artikel op de volgende pagina’s ook over samenwerking tussen wetenschappers van Wageningen University & Research en UMC Utrecht.

Borgen

De Regio Deal Foodvalley was de laatste jaren een motor om van samenwerking 1 + 1 = 3 te maken. Gaat dat door als de deal is gestopt? Kievit en Koorn denken van wel. Boeren zijn onder-nemers, die denken in oplossingen. “Maar we moeten wel duidelijkheid hebben. Een stip op de horizon om naar toe te werken”, zegt Koorn. “Dan kunnen we via het Landbouwnetwerk de projecten borgen die door de Regio Deal Foodvalley zijn gestart, die verder continueren en gebruiken voor de uitdagingen die de landbouwsector heeft.”

Oplossen

Dat je met het organiseren van zulke samenwerking tussen wetenschap en praktijk ook grote problemen kunt oplossen, illustreert Kievit met nog een voorbeeld uit het verleden. “Zo’n vijftien jaar geleden hadden we een groot probleem met antibiotica. Er werd zodanig veel gebruikt, dat we tegen de grens van de resistentie aanzaten. De boeren en de productschappen hebben toen samen de SDA opgezet − Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit − om met z’n allen antibioticagebruik te reduceren. Boeren, voerleveranciers en dierenartsen werden getraind, en wetenschappers deden onderzoek. Het project werd voor de helft door de sector gefinancierd. Hoe vaak maak je het nou mee dat boeren hun eigen regelgeving gaan betalen? Maar dat lukte door samen op te trekken. Het ecosysteem loste zelf het probleem op en nam de verantwoordelijkheid.”

Studiegroepen

Want vaak spreken boeren en wetenschappers niet dezelfde taal, zegt Koorn. “Dan komt de kennis niet terecht waar het moet komen: bij de boer aan de keukentafel. Daar helpt geen campagne of website aan.” Wie de boer wil bereiken moet dat via persoonlijk contact of met studiegroepen doen. Boeren leren van elkaar. “De Landbouw-voorlichtingsdienst deed dat vroeger heel goed”, zegt Koorn. “Maar die is wegbezuinigd. Nu blijven innovaties vaak hangen in losse pilots en projecten.” Een goed voorbeeld van landbouwvoorlichting 2.0 zijn de bodemcursussen die vanuit de Regio Deal Foodvalley zijn ontstaan, zeggen Koorn en Kievit. “Leren van elkaar via studiegroepen werkt goed. Dan zie je op het land wat de effecten zijn van kruidenrijk grasland. Vervolgens is het aan de universiteiten om die kennis te valideren.”

Meten is weten

Een belangrijk doel was inzicht krijgen in de emissies, waaronder de ammoniakuitstoot. Maar hoeveel wordt er uitgestoten? Dat moest gemeten worden. “De Universiteit Utrecht heeft samen met burgers en boeren een meetnetwerk opgebouwd waarmee op zeventig punten onder andere stikstofmetingen worden uitgevoerd. “Zo’n groot en fijnmazig netwerk is uniek in de wereld.” Daarnaast is er ook een bedrijvenmeetnetwerk opgezet waarbij in twintig stallen voor kalveren, varkens en kippen wordt gemeten. Met de resultaten wordt gekeken hoe de ammoniak uit de stallen beperkt kan worden door aanpassingen in stalinrichting, voer en management. PEC (Poultry Expertise Centrum) begeleidt de boeren en Wageningen University & Research (WUR) doet de verwerking van de resultaten. “Met ondersteuning van LTO Noord en de lokale afdeling hebben we boeren kunnen vinden die mee willen doen met het meetnetwerk. Men heeft toch de voorkeur voor meten is weten”, constateert Kievit. “Dat is heel anders dan in de rest van Nederland.”

Er is geen gebied waar dat beter kon dan in Regio Foodvalley, zo schetst Henk Kievit. In Ede is hij lector ‘Dienstbaar organiseren van ecosystemen voor maatschappelijke problemen in regionale context’ en hij is hoogleraar ‘Entrepeneurship and Ecosystems’ aan Nyenrode Business University. “Voordat de regiodeal werd ondertekend was hier al een bloeiend Landbouwnetwerk Foodvalley. De partijen stonden altijd al dicht bij elkaar. De regiodeal heeft dat nog eens versterkt.” Het is uniek dat het waterschap, alle gemeentes, twee provincies, LTO Noord én de zogenaamde erfbetreders (banken, toeleveranciers)
zo nauw samenwerken.

Henk Kievit, Christelijke Hogeschool Ede

“Je moet eerst kennismaken voordat je met elkaar kennis kan maken.” Dat zijn de gevleugelde woorden van Henk Kievit. Hij en Dick Koorn zijn twee van de leden van het managementteam van het thema toekomstige landbouw van de Regio Deal Foodvalley. Kievit is lector aan de CHE en Koorn is senior projectmanager bij LTO Noord. Wie kunnen er nou meer vertellen over de samenwerking tussen de kennisinstellingen in de regio en de boer in het veld? Communicatie is daarbij het toverwoord. Daarmee kan 1 + 1 = 3 praktijk worden.

‘Samen kunnen we grote problemen oplossen’
05

Kennisinstellingen en agrariërs werken samen aan toekomstbestendige landbouw

Henk Kievit, Christelijke Hogeschool Ede

Samenwerking 1+1=3

Het doel van de Regio Deal Foodvalley is versnelling van de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem. Voor transities zijn ook nieuwe samenwerkingen en coalities nodig. Aan de hand van twee dubbelportretten illustreren we dat 1 + 1 inderdaad 3 kan zijn. Lees naast de samenwerking tussen LTO Noord  en kennisinstellingen in dit artikel op de volgende pagina’s ook over samenwerking tussen wetenschappers van Wageningen University & Research en UMC Utrecht.

Borgen

De Regio Deal Foodvalley was de laatste jaren een motor om van samenwerking 1 + 1 = 3 te maken. Gaat dat door als de deal is gestopt? Kievit en Koorn denken van wel. Boeren zijn onder-nemers, die denken in oplossingen. “Maar we moeten wel duidelijkheid hebben. Een stip op de horizon om naar toe te werken”, zegt Koorn. “Dan kunnen we via het Landbouwnetwerk de projecten borgen die door de Regio Deal Foodvalley zijn gestart, die verder continueren en gebruiken voor de uitdagingen die de landbouwsector heeft.”

Oplossen

Dick Koorn, LTO Noord

Dat je met het organiseren van zulke samenwerking tussen wetenschap en praktijk ook grote problemen kunt oplossen, illustreert Kievit met nog een voorbeeld uit het verleden. “Zo’n vijftien jaar geleden hadden we een groot probleem met antibiotica. Er werd zodanig veel gebruikt, dat we tegen de grens van de resistentie aanzaten. De boeren en de productschappen hebben toen samen de SDA opgezet − Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit − om met z’n allen antibioticagebruik te reduceren. Boeren, voerleveranciers en dierenartsen werden getraind, en wetenschappers deden onderzoek. Het project werd voor de helft door de sector gefinancierd. Hoe vaak maak je het nou mee dat boeren hun eigen regelgeving gaan betalen? Maar dat lukte door samen op te trekken. Het ecosysteem loste zelf het probleem op en nam de verantwoordelijkheid.”

Studiegroepen

Want vaak spreken boeren en wetenschappers niet dezelfde taal, zegt Koorn. “Dan komt de kennis niet terecht waar het moet komen: bij de boer aan de keukentafel. Daar helpt geen campagne of website aan.” Wie de boer wil bereiken moet dat via persoonlijk contact of met studiegroepen doen. Boeren leren van elkaar. “De Landbouw-voorlichtingsdienst deed dat vroeger heel goed”, zegt Koorn. “Maar die is wegbezuinigd. Nu blijven innovaties vaak hangen in losse pilots en projecten.” Een goed voorbeeld van landbouwvoorlichting 2.0 zijn de bodemcursussen die vanuit de Regio Deal Foodvalley zijn ontstaan, zeggen Koorn en Kievit. “Leren van elkaar via studiegroepen werkt goed. Dan zie je op het land wat de effecten zijn van kruidenrijk grasland. Vervolgens is het aan de universiteiten om die kennis te valideren.”

Meten is weten

Een belangrijk doel was inzicht krijgen in de emissies, waaronder de ammoniakuitstoot. Maar hoeveel wordt er uitgestoten? Dat moest gemeten worden. “De Universiteit Utrecht heeft samen met burgers en boeren een meetnetwerk opgebouwd waarmee op zeventig punten onder andere stikstofmetingen worden uitgevoerd. “Zo’n groot en fijnmazig netwerk is uniek in de wereld.” Daarnaast is er ook een bedrijvenmeetnetwerk opgezet waarbij in twintig stallen voor kalveren, varkens en kippen wordt gemeten. Met de resultaten wordt gekeken hoe de ammoniak uit de stallen beperkt kan worden door aanpassingen in stalinrichting, voer en management. PEC (Poultry Expertise Centrum) begeleidt de boeren en Wageningen University & Research (WUR) doet de verwerking van de resultaten. “Met ondersteuning van LTO Noord en de lokale afdeling hebben we boeren kunnen vinden die mee willen doen met het meetnetwerk. Men heeft toch de voorkeur voor meten is weten”, constateert Kievit. “Dat is heel anders dan in de rest van Nederland.”

Er is geen gebied waar dat beter kon dan in Regio Foodvalley, zo schetst Henk Kievit. In Ede is hij lector ‘Dienstbaar organiseren van ecosystemen voor maatschappelijke problemen in regionale context’ en hij is hoogleraar ‘Entrepeneurship and Ecosystems’ aan Nyenrode Business University. “Voordat de regiodeal werd ondertekend was hier al een bloeiend Landbouwnetwerk Foodvalley. De partijen stonden altijd al dicht bij elkaar. De regiodeal heeft dat nog eens versterkt.” Het is uniek dat het waterschap, alle gemeentes, twee provincies, LTO Noord én de zogenaamde erfbetreders (banken, toeleveranciers) zo nauw samenwerken.

“Je moet eerst kennismaken voordat je met elkaar kennis kan maken.” Dat zijn de gevleugelde woorden van Henk Kievit. Hij en Dick Koorn zijn twee van de leden van het managementteam van het thema toekomstige landbouw van de Regio Deal Foodvalley. Kievit is lector aan de CHE en Koorn is senior projectmanager bij LTO Noord. Wie kunnen er nou meer vertellen over de samenwerking tussen de kennisinstellingen in de regio en de boer in het veld? Communicatie is daarbij het toverwoord. Daarmee kan 1 + 1 = 3 praktijk worden.